Website van $boomnaam$
Rijckje Rutgers
Rijckje Rutgers ,
, -
SAGV155.2-ORA-3232, Beeldnr. 173, 25-05-1653: Folio 64; Huwelijksakte. Wij Herman Hermansz ende Hendrick Hermansz als Bruydegum ter eenre ende Rut Lubbertsz als vader mitsgaders Gerbert Rijcksz als susterlingh van Rijckgen Rutghers Bruyd ter
andere sijde .dat de voorsz jongheluijden met Rutgher Lubbertsz ende sijne noch twee dochters in ghemenen boedel sullen blijven sitten.,ende f 20,- die Willemtghen Rutghers sijn jongste dochter vooruyt sal genieten ..
-
SAGV155.2-ORA-3233, Folio 58; 30-08-1658: Blaricum. compareerde voor ons, Reijnier (Regnerus Elbertsz) Raven voor hem en als momboor over Elbert Dircksz Raven (= zoon van Theodorus/Dirck Elbertsz Raven) ter eenre en Jan Lambertsz Verwer
als vooght van de naergelaten kindere van wijlen Ruth Lubbertsz en Jacob Pietersz Comin als man en voeght van Rijckien Rutgers ter andere sijde
.

tr. (1) op 25-05-1653 te Laren of Blaricum; Huwelijksakte
met

Hendrick Harmensz ,
, -
SAGV155.2-ORA-3232, Beeldnr. 173, 25-05-1653: Folio 64; Huwelijksakte. Wij Herman Hermansz ende Hendrick Hermansz als Bruydegum ter eenre ende Rut Lubbertsz als vader mitsgaders Gerbert Rijcksz als susterlingh van Rijckgen Rutghers Bruyd ter
andere sijde .dat de voorsz jongheluijden met Rutgher Lubbertsz ende sijne noch twee dochters in ghemenen boedel sullen blijven sitten.,ende f 20,- die Willemtghen Rutghers sijn jongste dochter vooruyt sal genieten .
.

relatie (2)
met

Jacob Pietersz Comin,
, -
SAGV155.2-ORA-3233, Folio 58; 30-08-1658: Blaricum.. compareerde voor ons, Reijnier (Regnerus Elbertsz) Raven voor hem en als momboor over Elbert Dircksz Raven (= zoon van Theodorus/Dirck Elbertsz Raven) ter eenre en Jan Lambertsz Verwer
als vooght van de naergelaten kindere van wijlen Ruth Lubbertsz en Jacob Pietersz Comin als man en voeght van Rijckien Rutgers ter andere sijde
-
SAGV155.2-ORA-3233, Folio 65; 10-12-1658: Schepenen van Blaricum deden op last van de Heren Staten het volgende hebben nagevraagd ten huijse van resp.: Jacob Pietersz Comin: antwoort te mogen tappen ende schoijen nae sijn welgevallen